Senta op tocht in de Driehoek Noordzee
57°N 4°30'E. Donderdag 03.00 uur. Met een bakstagwindje Bf.6 stuiven we naar huis. 8, 9, 10, 10,5 en een keer 11 kn.; zo hard heb ik nog niet eerder met de Senta gelopen. Links en rechts wat koopvaardij schepen. We liggen blijkbaar in de aanloop naar het Skagerrak. De kachel snort, ploft af en toe als we weer eens van een golf af surfen. Mijn zeilmaat ronkt nog harder. Het is verleidelijk om mijn wacht naast de kachel uit te zitten. Nog een uurtje doorzetten, vechten tegen de slaap, overpeinzingen over de afgelopen 10 dagen.
De driehoek Noordzee wordt dit jaar wel onder een heel gelukkig gesternte gevaren. Mooi bezeilde koersen en aan wind geen gebrek. De start op zaterdag 17 juni was voor ons nogal hectisch. Met man en macht is de Senta de afgelopen weken voor de tocht klaar gemaakt. Pas een week voor de start kon de boot te water en de mast omhoog. De winter en het voorjaar stonden in het teken van een ingrijpende renovatie van het teakhouten dek. Net op het nippertje waren de werkzaamheden zodanig gevorderd dat we konden gaan varen, een aantal afwerkingen en schilderklusjes voor later bewarend. Vrijdag de eerste mijlen van Harlingen naar Den Helder. West 6 en enorme kuilen bij Kornwerderzand. 's-Avonds bellen we de uitzwaaiers op om voor ons extra droge kleren en truien mee te nemen. We zijn al door nat en koud.
Zaterdag 12.00 uur valt het officiele startschot, maar er is nauwelijks enige beweging in de vloot van 33 schepen. Het tij staat nog tegen. Wij zijn nog bezig met allerlei touwtjes, schroeven, tape en sluitingen.
Om 14.30 maken we los, als één van de laatsten. De catamarans van het rondje Texel racen ons links en rechts voorbij. Bij het begin van het Molengat gaan ze één voor één om. Het waait hard. Een beetje overtuigd met 1 rif en genua II lopen we al snel andere deelnemers voorbij. Zeeziekte komt op, ondanks pillen en pleisters. De idiote werkdruk van de laatste weken begint zich nu te wreken. We zijn bekaf. De volgende 36 uur is het wachtje op en wachtje af. We groeten elkaar in het voorbij gaan. 4 uur slapen, 4 uur koud en nat, 4 uur slapen, 4 uur weer koud en nat, 4 uur slapen, ik trek maar weer die natte kleren aan, anders hou ik niets over, 4 uur slapen, hobbelen over de Doggersbank, de emmer naast de kooi, Senta handhaaft met een noodgang een noordwestelijke koers.
De kachel doet het niet. Ik zie geen kans om de vergasser behoorlijk voor te verwarmen. De brander spuit. Het hele ding staat in de fik. Ik wordt misselijk van de petroleumlucht. Blussen (natte handdoeken, die hebben we genoeg), ontluchten en gauw naar buiten.
Het gootje rond het schuifluik loopt over. Eerst wordt alles nat, daarna leggen we plastic over kaartentafel en radio's. Wat is het koud en wat gaat het hard. Een guard schip van een seismografisch onderzoek blijkt nederlands te zijn en om een praatje verlegen. We komen weer langzaam onder de mensen. Het marifooncontact met andere deelnemers neemt toe.
Na twee dagen gaan we koken. De wind komt wat ruimer in en het blijft droger. De Carmen blijkt ons al een etmaal achteruit in het zicht te hebben. We ontdekken met de verrekijker inderdaad een klein wit stipje aan de horizon. Onze bruine zeilen blijken veel beter zichtbaar te zijn dan hun witte zeilen. We zetten de spinnaker bij, per slot van rekening schuilt er in elke (toer)zeiler ook een wedstrijdzeiler. Althans, wij willen elke boot op gelijke koers voorbij, behalve als ze sterker zijn, of meer zeil hebben, of beter gevaren worden. Carmen beloofd foto's te maken als we voorbij komen, maar dat pakt toch anders uit. De wind wordt westelijker en de spi probeert uit alle macht het masttopje in het water te krijgen.
Enkele uren later kan de spi opnieuw omhoog. De boom staat niet lekker. Na het doorzetten van de neerhouder breekt het blok van de ophouder uit de mast. De sluiting is middendoor. Metaalmoeheid is geen onbekend fenomeen op de Senta. De spi staat onstabiel door het gedoe met de spiboom en net nadat de tweede ophouder is bevestigd maakt het doek een slag om het voorstag. Het schip rolt geweldig. Om te voorkomen dat het doek de voorstag nog inniger omarmt, vieren we de loefschoot, trekken als een gek aan de lijschoot en laten ondertussen het spival vieren. De schootlier moet er aan te pas komen. We zien de spi door midden gaan. Jammer.
Op de laatste ochtend voor Lerwick passeren we ruimschoots het Claymore Oil Field. De supplyer die er bij ligt draait met ons mee. Staand op de kajuittrap kijk ik achteruit; het platform is in de nevels nog nauwelijks te zien. Mijn hart slaat een slag over. Aan bakboord achteruit op ca. 50 m. een gele ton. Dat was rakelings. Aan stuurboord op 300 m. ligt er nog een. Oei, oei, dat is schrikken. Toch beter opletten, dus ook bij het ruim passeren van een platform.
We komen in een hoge atlantische deining. Een sleper verdwijnt met opbouw en al achter de swell. Wat een machtig gezicht. Heuvel op en heuvel af. In het gebied Faeroes en Bailey waait het Bf.8. Daar zal het wel vandaan komen. 20 Nm. voor Lerwick haalt de wind nog eens goed uit. We blijven onder vol tuig en komen zodoende nog net op tijd voor de laatste ronde in de pub.
Als 7e zijn we binnen. In de loop van de nacht en de volgende dag loopt het kleine haventje van Lerwick geheel vol met Driehoek zeilers. Vier schepen hebben opgegeven. De Carmen komt wat later. Zij maken van de gelegenheid gebruik om een dagje op Fair Isle te kijken.
De Lerwick Boat Club ontvangt ons hartelijk, met van die typisch Engelse gastvrijheid. De Commodore geeft mij het adres van een zeilmaker, althans iemand die in zijn vrije tijd mijn spinnaker kan repareren. Hij werkt op een scheepswerf een eindje verderop. De spi is niet middendoor, maar heeft drie scheuren, de langste ca. 2 m. Mr. Tommy Duncan werkt momenteel elders op het eiland, maar zijn collega's zullen er voor zorgen dat het zeil bij hem komt.
We maken een alleraardigste bustocht. 's-Avonds moet er gevoetbald worden. Leuk en gezellig, maar geen succes. FC-wrakhout verliest met 4-2, ondanks onze twaalf spelers in het veld. De lol is er niet minder om. De kajuittrap blijkt echter een moeilijk te nemen hindernis te zijn geworden. Mijn benen kunnen zich nog slechts met pijnlijke tegenzin verplaatsen. Oei wat een spierpijn !
De spi ligt gerepareerd in de kuip. Afrekenen blijkt een probleem. Tommy Duncan is weer elders op het eiland aan het werk. Ik schat de reparatiekosten maar ruim in en laat de ponden bij zijn collega's achter.
De start naar Haugesund begint heel kalm. De gerepareerde spi staat er weer prima bij. Één klein scheurtje hebben we nog over het hoofd gezien; daar moet maar een stukje tape op. De wind wordt noord en trekt aan. We beginnen weer aardig door de golven te snuiven. De spi vervangen we door genua I. 's-Nachts een stormwaarschuwing; Bf. 7 voor het kustgebied waar wij naar toe gaan. Ook hier op volle zee begint het al aardig in de buurt van Bf. 7 te komen. Van vol tuig minderen we naar 2 reven en de fok. Geen verkeerde beslissing, wel wat aan de late kant. De zee bouwt zich machtig op. In mijn kooi hoor ik telkens het off-course alarm van de autohelm. Mijn zeilmaat drukt achtereenvolgens op "standby" en "auto" en legt de koers weer vast. Gezien de schuivers die we maken verbaast hij zich er niet over dat de automaat wat moeite met de koers heeft. Na een tijdje weer het off-course alarm. Ik ben dat niet gewend en kom, in pyjama, buiten kijken. Mooie zeëen met af en toe flinke krullers. Een half uur geleden heeft een flinke breker zich op het achterdek uitgeleefd. De autohelm is van het pennetje gewipt en ligt aan dek, koershoudend aan de zeelucht. Senta heeft het laatste half uur maar zelf gestuurd. Wat een schip, wat een meid ! (Naar verluidt was Senta de Noorse bruid van de schipper van de Vliegende Hollander)
Dangerous waves staat er in de kaart. We willen boven langs Røværholmen (Rovershol?) Haugesund aanlopen. De golven doen er inderdaad nog een schepje bovenop. Ervaren Driehoek zeilers melden echter dat het goed te doen is, mits voldoende ruim noord om het rovershol heen. Eenmaal aan de kade in Haugesund trekt het helemaal dicht van de mist. Er moeten toch nog ruim 20 schepen binnen komen. Later horen wij dat enkelen het spoor bijster zijn geraakt en door de Noorse reddingsmaatschappij zijn geassisteerd bij het binnenlopen.
Onze buren op de Aellopos willen graag de Preikestolen (Preekstoel) in de Lysefjorden zien, maar moeten, net als wij, maandag weer aan het werk. Met de boot is het nog een fiks eind om. Nu is de Preekstoel aan de bovenzijde absoluut spectaculairder dan aan de onderzijde (die wij al kennen). We huren daarom een auto en rijden er naar toe. Na een 3 km. lange klauterpartij is deze overhangende rotspunt (600 m.) inderdaad adem-benemend. Op de buik over de rand kijken. Jongelui zitten er met de benen overheen. Toch maar niet. Foto's voor thuis maken. Wat zijn we stoer. Het is kraakhelder, nog mooier dan op de ansichten. Twee uur heen, maar ook twee uur terug, klimmen, kreunen en steunen. Na de preekstoel zitten we uitgeteld in de auto. We rijden om de Erfjorden en Sandsfjord heen. Op de pont komen we zelfs de auto niet meer uit. Wat een mazzelaars dat we dit kunnen doen en mogen beleven.
Op dinsdagochtend valt de Driehoek-vloot uiteen. Een deel gaat naar huis, anderen gaan vakantie houden in de fjorden en wij gaan nog voor een dagje naar Skudeneshavn. Dit pittoreske haventje ligt op de zuidpunt van Karmö en heeft wel wat van Marken weg, maar dan in het wit in plaats van groen. 's-Avonds liggen er zes "driehoekschepen". In het havenrestaurantje maken we de laatste kronen op.
Inmiddels is het donderdagochtend 10.00 uur. 8.00 Uur vanochtend was het mijn tijd weer. Ik vertrouw mijn overpeinzingen van vannacht aan de tekstverwerker toe. Er is weinig veranderd, alleen de wind is minder geworden. De kleine genua staat nog steeds aan loef uitgeboomd. De autohelm stuurt, als altijd. De kachel bromt, de maat ronkt. We zeilen nu plat voor het laken op Den Helder aan. E.T.A. vrijdagavond, hopelijk voor donker. Zaterdag thuis. Dat zou mooi zijn.
Als mijn maatje zo meteen wakker wordt gaat de spinnaker er weer voor.
Henny van Oortmarssen.
Nb.
Senta is een aluminium S-spant met lange kiel, in 1970 door Huisman gebouwd naar ontwerp van Dick Koopmans. In de zeventiger jaren deed Senta van zich spreken door de reizen die Cees den Hartoog met haar maakte.
« Previous Next » |