Zomercruise kanaaleilanden
De titel van dit verslag weerspiegelt enigszins de fantastische omstandigheden, die wij dit jaar (1989) aantroffen tijdens onze zeiltocht naar de Kanaaleilanden. 'Wij' zijn vriendin Monique, ondergetekende en onze PIONIER, een Waarschip 740.
Startend in IJmuiden waren Scheveningen, Stellendam, Oostende, Boulogne en Cherbourg de etappeplaatsen op de heenweg. Door op de terugreis alleen Ramsgate aan te lopen, bleven er ruim twee weken over om dit prachtige zeilgebied te verkennen.
Op Alderney waren wij al eens eerder geweest, zodat wij dit eiland nu oversloegen. Via Sark, Guernsey en Jersey werd ons 'keerpunt' St. Malo in Frankrijk. Voordat onze thuisreis echt ging aanvangen, hebben wij nog een dag op Herm doorgebracht.
Guernsey en Jersey worden regelmatig beschreven; over Herm en Sark hoor je minder, terwijl vooral het laatste toch een hoogtepunt in onze vakantie was.
Een foto in 'Classic Passages' van Yachting Monthly lokte ons naar een prachtige ankerbaai op Sark. Vanaf Cherbourg is Sark in ongeveer 6 uur bereikbaar met in principe het gehele traject stroom mee (een absolute voorwaarde in de Alderney-race*). Met een vertrek van 1 uur na HW Cherbourg loopt de stroom op zee weliswaar nog tegen, maar dicht onder de Franse kust al richting Cap de la Hague, terwijl de aankomst in de race gelijk met de stroomkentering valt.
De Alderney-race* is een verhaal apart. Ik heb het water zelden zo 'van slag' gezien als daar. Maar laat u zich niet weerhouden door de stroomversnellingen en draaikolken; met goed weer is het best te doen. Waakzaamheid is geboden bij stroom-tegen-wind-omstandigheden; een golfje kan dan gauw binnensluipen. Life-lines zijn (als altijd) een must.
Halverwege Sark ligt de Banc de la Schôle, die wij letterlijk links laten liggen. Ons doel is Havre Gosselin, een ankerbaai net achter de passage tussen Brecqhou en Sark. In deze nauwe doorgang van nog geen 80 meter breed staat bij tijd en wijle een geweldige stroom, hetgeen de doorvaart tot een snelle maar spannende gebeurtenis maakt. Onnodig te zeggen dat dit uitsluitend bij goed weer(wind en zicht) veilig te doen is.
Havre Gosselin is voor onze begrippen diep ankerwater (10m. bij laag water). Nadat wij dit op verschillende plekken uitgeprobeerd hebben, blijkt ons 10 kg. FOB-anker met 10m. ketting en 60 m. lijn niet voldoende te zijn. Een extra BRUCE-anker (5 kg. met 10 m. ketting) voor het hoofdanker brengt de oplossing. Het uitbrengen van nog meer ankerlijn zou wenselijk zijn (zeker bij hoogwater) maar was niet mogelijk door de dan te grote draaicirkel en de kans op aanvaring met de omliggende jachten.
Dit ankeren is, alweer, alleen mogelijk bij goed weer met de juiste windrichting. De baai is open naar W tot ZZW en met een wind tot 3Bf. uit deze richting is het nog goed toeven. Het uitluisteren van de weersverwachtingen is dagelijkse routine maar is onder deze omstandigheden nog belangrijker. Bij toenemende wind en deining moet een ankerbaai aan de andere kant van Sark opgezocht worden.
Sark is een hoog eiland met rondom 75 tot 100 m. hoge kliffen. Een bezoek aan het eiland begint dan ook onvermijdelijk met een klimpartij; in ons geval 299 treden afgewisseld met stijle zand- en rotspaden. Het eiland is autovrij en er zijn geen verharde wegen. Er zijn fietsen te huur en men kan zich laten vervoeren per paard en wagen. Wij prefereren de eigen benenwagen en wandelen dwars over het eiland naar de enige haven van Sark, Creux Harbour. Dit piepkleine haventje valt droog en is in gebruik door enkele plaatselijke boten. Bezoekende jachten liggen of buiten voor anker of vullen de laatste gaatjes in de haven op. Dagtoeristen worden hier per 'Koegelwieck' aangevoerd en met tractor+aanhanger naar boven gebracht.
Het dorpje op Sark ligt zo ongeveer in het midden. Enkele huizen, enkele winkels en natuurlijk een pub. Ons hart werd gestolen door een in golfplaten opgetrokken winkeltje, waar werkelijk van alles te koop was; van tweedehands schoenen tot luxe sieraden, van groente en fruit tot lekkere delicatessen. Monique was vooral gecharmeerd van de met divers gekleurd snoepgoed gevulde (voormalige) wekpotten. De zandpaden en het paarden verkeer, de eenvoud van de inwoners en de sfeer in de pub, het geweldige natuurschoon en de overal aanwezige bloemenpracht, brachten ons in gevoel 100 jaar terug in de tijd.
Na 4 dagen in Havre Gosselin gelegen te hebben, gaan we door naar Guernsey. Een van de lastige aspecten van het varen in dit gebied is het regelmatig optreden van mist. Jersey-radio geeft daaromtrent wel verwachtingen, maar de verschijnselen zijn dikwijls zo plaatselijk dat je er toch onverwacht mee te maken kunt krijgen. Zo varen wij van het ene moment op het andere een dikke mistbank binnen. Er is vrij veel scheepvaart van voornamelijk veerboten. Wij zien ze niet maar horen ze wel en gaan er maar vanuit dat zij ons wel zien. De kardinale boei Lower Heads, die ten zuiden van Herm droogvallende rotsen afdekt, zien wij ook niet. Wij zouden hier 35 graden koers moeten wijzigen om St. Peter Port aan te lopen, maar de AP geeft andere informatie Uit nadere bestudering van de stroomgegevens blijkt dat wij zo ongeveer dezelfde koers moeten blijven sturen en dat de stroom ons in de gewenste richting brengt. Een vreemde gewaarwording, vooral ook omdat we absoluut niets zien. Wij zeilen zeer behoedzaam door en blijven onzeker totdat wij de mistbank uitkomen en recht voor de haven van St. Peter Port blijken te liggen!
Ik navigeer nog altijd 'ouderwets' en laat mij daarbij controleren door de AP, die destijds als extra veiligheid is aangeschaft. In dit geval heb ik de stroomrichting en sterkte verkeerd geïnterpreteerd cq. onderschat. Ik twijfelde aan de juistheid van de AP en dat dwong mij om opnieuw de te sturen koers te berekenen. Onnodig te vermelden dat dit apparaat zich als veiligheidsinstrument wel bewezen heeft.
Wij vonden Guernsey en dan met name St. Peter Port erg sfeervol en gemoedelijk. Dit in tegenstelling tot Jersey, dat een stuk commerciëler en zakelijker op ons over kwam. St. Malo in Frankrijk was vooral duur maar wel de moeite waard. Het achterland is aantrekkelijker en uiteraard vereren we Mont Saint-Michel met een bezoek.
Voordat de lange oversteek naar Ramsgate zou beginnen, namen wij nog een kijkje op Herm.
Herm ligt op zo'n 3,5 mijl afstand van St. Peter Port. Heel dichtbij dus maar wet lastig aan te lopen. De aanwijzingen in de Channel Islands Pilot van Malcolm Robson vormen een onontbeerlijk hulpmiddel om veilig tussen de her en der verspreid liggende rotsen naar een ankerbaai op Herm te varen. Er is weliswaar een heel klein haventje, maar dit valt geheel droog. Wij kozen voor prima anker grond vlak bij de Rosaire Steps.
Net als op de wadden, is het ook hier weer een leuke gewaarwording hoe alles om je heen droog valt, terwijl het enige stukje diep water zich in een beperkte kring om de boot bevindt. Jammer dat er druk veerboot verkeer naar de 'Steps' plaatsvindt. Dagtoeristen worden om de haverklap afgezet of juist weer opgehaald. Het lijkt de Marken-express wel.
Onze landingsplaats is ook bij de Steps. Door het komen en gaan van de veerboten zijn wij wel gedwongen om de rubberboot zo'n 10 meter hoger op de rotsen te 'stallen'. Het eiland bleek zichtbaar aangetast door de langdurige droogte. Ook hier slechts enkele woningen en winkeltjes, doch duidelijk met een meer toeristischer inslag dan op Sark. Diverse verbodsborden bepalen wat wel en wat niet mag. Aan de (Iage) noordzijde zijn prachtige zandstranden te vinden. Wij beperkten ons tot een flinke wandeling op het (hoge) zuidelijk gedeelte en besloten de dag met waf snorkelen rand de boot in glashelder water.
Over de thuisreis kan ik kort zijn; snel en probleemloos. Zoals elk jaar is onze laatste zeedag een dag met veel wind en regen. De laatste 30 mijl naar IJmuiden worden al planerend met een ZW wind Bf.7 in de rug afgelegd. Wij vonden dat een aardig besluit van een vakantie die zich kenmerkte door gunstige wind met alle dagen volop zon.
Wij gebruikten de volgende boeken en kaarten:
MacMillan Nautical Almanac voor haveninformatie en stroomgegevens
Channel Islands Pilot van Malcolm Robson. Deze pilot bevat een schat aan informatie, met gedetaileerde kaartjes, stroom- gegevens en peilingen met landkenmerken om veilig tussen de rotsen te navigeren
Classic Passages van Yachting Montly vanwege de prachtige foto's
Nederlandse kaarten 1801 en 1035 Noordzee
Engelse kaarten 323 en 1892 Dover Strait
Stanford kaarten 1 en 7 English Channel
Stanford kaart 16 Channel Islands
Franse kaarten 1014, 534 en 535 het gebied van Cherbourg tot St.Malo
De oplettende lezer mist in dit rijtje gedetailleerde kaartinformatie van het kustgebied tussen Oostende en Duinkerken. Dat klopt en is inmiddels bij ons aan boord aangevuld met de Imray C30 Yachting Chart Thames to Belgium and Holland.
Henny van Oortmarssen.
Naschrift redactie: het begrip 'race' is misschien niet een ieder bekend. Daarom de definitie uit 'the Oxford Companion to Ships and the Sea': zeer sterke en verwarde stroming die ontstaat op plaatsen waar het water langs een kaap of door een vernauwing stroomt of waar verschillende stromingen elkaar kruisen of een gebied waar door een ongelijke bodem hevige brekers voorkomen.
« Previous Next » |