|
|
Het was door een zeezeilwedstrijd in de zomer van 1996 dat
wij met onze Senta aan de Portugese Algarve belanden. Nadien hebben we
telkens in de vakanties een ander stukje Middelandse Zee bevaren. Zo genoten we
van Tunesie, Malta, Turkije en Griekenland. De boot overwinterde het afgelopen
jaar op Corfu. De oorlogshandelingen op de Balkan, maar ook heimwee naar onze
eigen vertrouwde Noordzee en Nederlandse wateren, deed ons besluiten om de boot
dit jaar weer naar Nederland terug te varen. En wel met gestreken mast vanuit
Zuid Frankrijk via de franse rivieren en kanalen.
Daarvoor zijn wij dit voorjaar, tussen Hemelvaart en Pinksteren, van Corfu naar
Zuid Frankrijk gezeild. Hoewel ik dit soort langere afstanden meestal met z'n
tweeen zeil (hoe meer bemanning hoe meer problemen is de ervaring) gaan we nu
met z,n drieen: Cees (calculator bij Schaap bouw), Jos (regiomanager bij een
woningbouwvereniging) en ikzelf. Jos is al vaker meegeweest. Voor Cees wordt het
z'n vuurdoop. De reis is onderverdeeld in 3 trajecten, Corfu-Sicilie,
Sicilie-Sardinie en Sardinie-Marseille.
De enkele reis naar Corfu geeft aanvankelijk wat problemen op Schiphol. Men is
blijkbaar bang dat we daar blijven of zo. Ik moet aantonen dat we heus met een
zeilboot zullen vertrekken en het enige dat ik daarvoor bij mij heb zijn mijn
blauwe ogen. Dat lukt. De boot ligt er prima bij en na wat inkopen vertrekken we
de volgende middag. Het eerste deel verloopt zeer voorspoedig, op een beetje
zeeziekte bij Jos en Cees na, maar ja, dat hoort er vaak bij helaas. Na 3 dagen
komt de Etna in zicht. Omdat dat varen dus dag en nacht doorgaat hebben we een
wacht systeem van 3 uur op en 6 uur af. Daarbij krijg je voldoende slaap om een
groot deel van de dag toch samen door te brengen. Aan de onderzijde van de laars
van Italie komen we visboten tegen, waarvan de kapitein vanuit een soort
kraaiennest in de top van de mast de boot bestuurt. Deze is voorzien van een
extreem lange (ca. 30 m1, 2x zo lang als de visboot) boegspriet, met een
harpoenier aan het eind. Ze besluipen zodoende grote zwaardvissen, die aan het
zee-oppervlak liggen te slapen. We hopen maar dat we met ons bootje de vissen al
weggejaagd hebben, hoewel, zwaardvis van de grill is wel erg lekker. 's-Avonds
laat komen we in de smalle zeestraat tussen Italie en Sicilie, de Straat van
Messina. En aangezien we een Siciliaanse pizza willen eten besluiten we naar de
haven van Messina te gaan. Dit is een zeer drukke haven met af en aan gaande
veerboten, maar volgens de kaart moet er ook een kade voor jachten zijn. Maar
hoe we ook zoeken, we kunnen geen aanlegplaats vinden. Wel worden we van alle
kanten geroepen en in zoeklichten gezet. We zijn hier niet welkom en horen hier
duidelijk niet thuis. Wegwezen dus. We gaan terug naar de overkant, naar Reggio
Calabria. Het is inmiddels diep in de nacht, dus een pizza zit er niet meer in.
Men zegt dat dit de bakermat van de Costa Nostra is. We merken er niets van,
maar zijn wel de volgende ochtend, na wat inkopen, snel weer op weg. Dit keer
naar Vulcano, een vulcanisch eilandje iets ten noorden van Sicilie.
Als we de Straat van Messina aan de noordzijde verlaten, zien we duidelijk dat
de twee zeeen aan weerskanten (de Ionische zee en de Thyreense Zee) zich door
dit gaatje met elkaar mengen. Het gevolg is veel stroom en draaikolken,
spectaculair om doorheen te varen. Cees en ik beklimmen de vulcaan en maken een
onvergetelijke voettocht over de rand van de krater. Aan 1 zijde van de krater
zijn vulcanische gassen actief. De rotte eieren lucht veroorzaakt een brok in de
keel. We doen verslag aan Jos, voor wie het allemaal te hoog was. In de buurt,
op ca. 6 uur varen, ligt de Stromboli, ook zo'n vulcanisch eiland, die om de 15
min. vuur, stenen en lava uitspuwt. Na een typisch Italiaans dineetje, besluiten
we daar naar toe te gaan, want 's-nachts kun je het vuur en de lava het beste
zien. Rond 3 uur die nacht drijven we aan de voet van de vulcaan en na een
uurtje naar het schouwspel gekeken te hebben, zetten we koers naar Sardinie. De
volgende dag ziet Cees dolfijnen voor de boeg en maakt daar mooie foto's van.
De tocht over de Thyreense Zee verloopt verder voorspoedig en na 3 dagen komen
we bij de straat van Bonifacio aan. Dat is de zeestraat tussen Corsica en
Sardinie. Op het eiland Magdalena maken we weer een boerennacht. Aan de overkant
ligt Porto Servo, geregeerd door de Jetset, voor wie het overigens nog te vroeg
in het jaar is, maar geen haven die in ons budget past. Vandaar Magdalena, een
alleraardigst plaatsje met intieme restaurantjes. De tijd begint te dringen. We
hadden nog graag naar Bonifacio op Corsica gegaan, maar helaas, we moeten verder.
Nog 3 dagen naar Marseille, en dat zit het erop. Halverwege belanden we echter
in een hevige noordwesten storm die 20 uur aanhoud, met op het hoogtepunt in de
nacht windkracht 9. We varen met slechts 2 kleine stormzeiltjes en kunnen niet
anders doen dan een beetje op halve wind bijliggen, alles goed vastgesjort en de
boot goed afgesloten. Binnen houden we uitkijk achter de radar. Buiten is het
een heksenketel, maar met het deurtje en luik dicht is het binnen relatief
rustig. Het gevoel is dat van een achtbaan, maar dan zonder dat je om je heen
kunt kijken. Bij de eerste rake klappen wordt de bemanning wat onrustig, maar
ook dat went. We ondergaan onze nietigheid in dit natuurgeweld. Het is
belangrijk om je goed vast te houden en je vooral niet te stoten. Ongelukken
liggen op de loer. Liggen en slapen gaat nog het beste.
De volgende middag, we zijn weer op de zelfde plek als vannacht om 12 uur,
kunnen we in de afnemende wind en golven weer enigszins koers zetten naar ons
doel Marseille, in noordwestelijke richting. De radio meld echter een nieuwe
storm, dit keer windkracht 10. Dat gaan we dus niet afwachten en zetten alle
zeilen bij incl. de diesel om maar zo snel mogelijk een veilig heenkomen te
zoeken. En dat is de baai van St. Tropez, waar we 8 uur later aankomen. We
vinden een ligplaats in de Marines de Cogolin waar onze zeilreis eindigt. De
boot blijft hier achter tot komende zomervakantie. Op maandag 2e pinksterdag, na
18 uur treinen, zijn we weer thuis en een hele ervaring rijker. Dinsdagmiddag,
na een halve dag werk, lijkt het hele gebeuren alweer eeuwen geleden. Zo gaat
dat.
Met dank aan het prettige gezelschap en de uitstekende broodbak kwaliteiten van
Cees.
Henny van Oortmarssen.
|